Rustig liep Shaman langs de rivier. Het was een ondergrondse rivier, die uiteindelijk aan zou komen in de Lunar Grot. Maar daar wilde Shaman nog niet naar toe. Met spijt van de ruzie tussen hem en Riptide liep hij pijnzend langs deze rivier.
Ergens, aan de andere kant van de Rode Bergen, was hij de grot binnen gekomen waar deze rivier in begon. Nu hoefde hij alleen maar door de tunnels te lopen totdat hij de Lunar Grot zou bereiken.
Opeens hoorde Shaman iets achter zich. Met een ruk draaide hij zich om naar het geluid. Het deed pijn aan zijn oude botten, maar dat deerde hem niet.
"Wie is daar?" vroeg Shaman met zijn oude stem, terwijl hij probeerde gade te slaan wie er achter hem liep.